Iedereen kan improviseren!
We doen het immers allemaal wel eens in ons leven, zodra de dagelijkse routine doorbroken wordt:
- er gebeuren onverwachte dingen
- je bent daarop onvoorbereid
- je moet onmiddellijk reageren
- je hebt beperkte middelen tot je beschikking
Hier heb je dan de kenmerken van een situatie waarin je moet improviseren. Die zijn in het leven hetzelfde als in het theater.
Drie keer ‘on’ in de woorden onverwacht, onvoorbereid en onmiddellijk geeft het eigenlijk al aan: improvisatie heeft een negatieve bijsmaak. Een geïmproviseerde maaltijd is minder goed dan één die voorbereid was.
Als de routine doorbroken wordt weten we niet meer goed wat we moeten doen. We moeten ‘maar wat improviseren’. En daar houden we niet van.
In het improvisatietheater zoeken we die spannende situaties juist op. Werkelijk alles kan gebeuren…